Hechtingsdraden en -naalden zijn essentiële onderdelen voor tandheelkundige ingrepen, maar hoe kies je de juiste materialen? Ga je voor zijde in combinatie met een afgeronde naald, of gebruik je een polyglactinedraad met een scherpe naald? In dit artikel zetten we de verschillende opties op een rij om je keuze te vergemakkelijken.
Hoe kies je de juiste naald?
Bij het kiezen van je naald houd je best rekening met het soort behandeling dat je uitvoert. In de onderstaande tabel vind je een overzicht van verschillende naalden ingedeeld op basis van vorm en type ingreep.
Verschillende soorten naaldhouders
Naaldvoerders zijn ontworpen om je chirurgische ingrepen te vergemakkelijken. In het onderstaande overzicht vind je een selectie van naaldhouders op basis van het type hechting.
Voor basishechtingen
Speciale naaldhouders
Hoe kies je de juiste hechtingsdraad?
Om de juiste hechtingsdraad te vinden, hou je in eerste instantie rekening met de diameter. Die wordt aangegeven met een getal: hoe groter het getal, hoe fijner de hechting. In onderstaande tabel vind je verschillende afmetingen. De kolom USP geeft de afmetingen aan gebaseerd op de United States Pharmacopoeia (USP) en de kolom EP bevat de afmetingen zoals ze vastgelegd zijn door de Europese Farmacopee (EP) in stappen van 0,1. EP 0,1 komt overeen met 0,01 mm).
Monofilament of multifilament?
Ook de structuur van de draad is belangrijk om te overwegen bij je keuze. Monofilamenten, die uit 1 vezel bestaan, veroorzaken minder weefselweerstand tijdens de operatie en beperken bacteriële proliferatie. Zulke draden zijn echter moeilijker te hanteren door hun memory-effect waardoor het lastiger wordt om een knoop te maken. Met multifilamenten, daarentegen, kan je makkelijker knopen maken, maar ze creëren meer weefselweerstand omdat ze uit meerdere dunne vezels bestaan. Daardoor verhoogt ook het risico op bacteriële kolonisatie.
Monofilament
Multifilament
Welk materiaal past het beste bij mijn interventie?
Onderstaande lijst geeft een overzicht van verschillende typen draad volgens materiaal, of het nu gaat om vezels met een oplosbare coating of een draad met een speciale laag die het glijden vergemakkelijkt.
VYCRIL OF PGLA
Is een resorbeerbare hechtingsdraad die na 56-70 dagen verdwijnt. Dankzij de gevlochten structuur is het gemakkelijk te hanteren en te knopen. De Vycril-vezel heeft een speciale coating waardoor ze gemakkelijker door het weefsel glijdt.
VYCRIL FAST OF PGA
Is een resorbeerbare draad die na 42 dagen verdwijnt. Vycril Fast beschikt over dezelfde eigenschappen als de Vycril met een duidelijk verschil. Door zijn lichter gewicht is de Vycril Fast vaardiger, maar verliest hij ook sneller zijn treksterkte. De Vycril Fast is dus erg geschikt voor korte hechtingen.
ETHIBOND
Is een niet-resorbeerbaar multifilament geschikt voor eenvoudige hantering en veilig knopen. De Ethibond-hechtdraad is behandeld met X.P.A. (polytetramethyleen adipaat). Daardoor glijdt de draad beter in delicaat weefsel zonder zijn mechanische en fysieke eigenschappen te veranderen.
MONOCRYL
Is een resorbeerbaar monofilament dat gemaakt is op basis van poliglecaprone 25. Monocryl-hechtingsdraad is geschikt voor intradermale hechtingen, glijden vlot door het weefsel en zijn erg flexibel.
ZIJDE
Is een niet-resorbeerbare gevlochten hechtingsdraad, geschikt voor coaptie of ligatie van de weke delen. Zijde heeft een lage elasticiteit, waardoor knopen goed vast blijven zitten.
POLYESTER
Is een niet- resorbeerbaar multifilament. Polyestervezels worden vaak gebruikt in de orthopedie en bieden een hoge flexibiliteit, scheurweerstand en soepele weefselspanning.
Ik ben benieuwd naar polyester!
ANTIBACTERIEEL
Een antibacteriële Triclosan-coating kan de aanhechting van bacteriën verminderen in vergelijking met een niet-gecoate hechtingsdraad.
Afhankelijk van de hechting die je uitvoert, kun je de ene hechtingsdraad en -naald verkiezen boven de andere. Houd daarbij altijd rekening met het type naald, het materiaal waaruit de draad gemaakt is, zijn diameter en structuur.
Lees ook